Mees en Merel Vos zijn een tweeling. Zij hebben de kater Rossi en een hond Finn. Ze houden heel erg van dieren. Wanneer hun vader de loterij wint, verhuizen ze dan ook naar een boerderij. Hun ouders kunnen hier ook hun dromen waarmaken. Hun vader opent zijn eigen dierenartsenpraktijk en hun moeder een dierenopvang. Het bedrijf moet natuurlijk wel een naam hebben. Ze noemen het Villa Dierenparadijs. Want dat is het ook wel een beetje. De dieren die in Villa Dierenparadijs komen krijgen een luxe behandeling. Zo krijgen ze bijvoorbeeld allemaal een eigen waterbed! Maar ook de hooiberg bevalt goed wanneer blijkt dat er babypoesjes zijn.

Zo naar een boerderij verhuizen is niet zo makkelijk als je zou denken. De kinderen in de nieuwe klas op de dorpsschool praten heel anders. Mees en Merel hebben een ander accent en dat vindt de klas erg grappig. Er zijn een paar kinderen in de klas die hen er zelfs om pesten…. Het is dus best wel wennen op school, maar gelukkig krijgen ze ook wel een paar vrienden.

Mees en Merel maken niet alleen vrienden met wat kinderen uit de klas, ook Goos is een goede nieuwe vriend, vooral voor Merel. Maar…. Goos is een gans! Goos is erg boos wanneer hij een ontstoken poot heeft. Gelukkig kunnen ze hem goed helpen in Villa Dierenparadijs en dat zorgt ervoor dat Goos ook niet meer weg wilt. Dat komt maar goed uit, want na het openingsfeest met de burgemeester wordt er ingebroken bij Villa Dierenparadijs. Het wordt erg spannend, want deze inbrekers zijn al een hele tijd bezig in het dorp. Zou Goos hen kunnen redden?

Lees het in Villa Dierenparadijs: Een gezellige beestenboel!

PS. Wist je al dat er een interview met de schrijfster van dit boek online staat? Lees het interview van Christine Linneweever!