Interview met Monique van der Zanden
Monique van der Zanden over zichzelf
Wat is uw lievelingseten? Allerlei soorten soep, zelf gemaakt
Wat is uw lievelingskleur? Paars
Wat is uw lievelingsdier? Dieren die in het wild leven!
Heeft u huisdieren? Ja, twee border collies en 30 schapen. Je kunt mee met de herder!
Wat zijn uw hobby’s? Lezen, wandelen, transparanten maken van papier en karton, naar het theater
Wat voor een soort puzzels van 1000 stukjes maakt u graag? Sprookjespuzzels en andere fantasievolle, kleurrijke puzzels, graag geschilderd door goede kunstenaars
Papieren boek of e-book? Papier! Ik zit al de hele dag met mijn neus op een computerscherm…
Vond u het eng om in Afrika te zijn? Soms, bijvoorbeeld toen ik wist dat er giftige roze spinnen in de buurt waren…
Monique van der Zanden over schrijven
Welk werk deed u voor u schrijfster werd? Ik was thuis bij onze drie zoons en deed veel vrijwilligerswerk op hun school en voor een milieuclub.
Hoe lang schrijft u al verhalen en waarom bent u gaan schrijven? Ik schrijf al vanaf dat ik 9 jaar was! Mijn eerste boek is uitgegeven in 2000. Toen was ik 39 jaar. Ik ben gaan schrijven omdat fantaseren en taal mijn aller-, allerliefste hobby’s waren.
Hoe bedenkt u een verhaal? Elk verhaal begint met een idee en ideeën kunnen overal vandaan komen: soms maak ik in het echt iets mee of zie ik iets, een andere keer borrelen ze zomaar op. Als ik een idee heb, ga ik zitten met een papier en pen om het uit te werken. Want er moet natuurlijk een spannend verhaal omheen worden bedacht, en allerlei personages en details. Ik doe dat puntsgewijs, met hier en daar een zin over weer nieuwe ideeën voor het verhaal. Voor het echte schrijven ervan ga ik achter de computer zitten.
Waar schrijft u het liefst? Op een rustige plek met uitzicht op de natuur.
Heeft u schrijftips?
Met plezier je verhaal schrijven is het belangrijkst! Fantaseer er lekker op los, bedenk leuke zinnen en spannende teksten.
- Bedenk een goed, liefst flitsend begin.
- Zorg voor een pakkend einde.
- Maak niet te lange zinnen, dat is alleen maar ingewikkeld voor jezelf en voor je lezers.
- In de schrijverswereld zeggen ze altijd: ‘Er mogen geen losse eindjes blijven hangen.’ Dat betekent dat je niet ergens een lijntje in je verhaal bent begonnen dat nergens eindigt. Bijvoorbeeld een schurk in je avontuur is door de rovershoofdman weggestuurd om een paard te stelen, maar je leest verder nooit meer iets van hem! Als lezer wil je natuurlijk weten hoe dat ging, of het gelukt is en wat de bende met dat paard gaat doen.
- Schrijven is schrappen. Dat is echt waar! Als ik met een boek bezig ben, ben ik altijd veel tijd kwijt met schrappen, dus wegstrepen. Een tekst is het mooist als je alleen maar de woorden gebruikt die echt nodig zijn. Soms gebruik ik wel drie bijvoeglijke naamwoorden, bijvoorbeeld: de glinsterende, reusachtige, verbazingwekkende schat. Nou, daar kunnen er gerust één of twee van weg! Het beeld van de schat blijft krachtig en als lezer verdwaal je tenminste niet in alle woorden en lange zinnen. Lezers houden van een verhaal dat vlot verloopt. Ik ook!
- Ik werk altijd eerst mijn plot uit, dus ik vul hele vellen met aantekeningen over het ‘skelet’ van mijn verhaal. Als ik ongeveer weet hoe ik het hebben wil, hoe de avonturen zullen verlopen en hoe het verhaal eindigen zal, begin ik te schrijven. Tijdens het schrijven verander ik dan trouwens vaak nog van alles! Soms zelfs het einde… Maar dat kan ook gerust. Vroeger begon ik gewoon aan een verhaal en zag ik wel waar ik uitkwam. Dat kan ook, veel schrijvers doen dat zo. Probeer erachter te komen hoe jouw verhalen het beste worden.
- Als het verhaal af is, leg ik het het liefst een paar weken weg. Als ik het daarna opnieuw lees, zie ik vaak al meteen wat er beter kan. Dan ga ik herschrijven. Dat hoeft niet te betekenen dat ik nog heel veel opnieuw doe, maar wel dat ik heel nauwkeurig alle tekst ‘mooi’ ga maken: schrappen dus! Soms wel hele zinnen die ik bij nader inzien overbodig vind. Weet je wat goed werkt? Lees je verhaal hardop aan jezelf voor! Dan hoor je al heel goed wat oké is.
Monique van der Zanden over haar eigen werk
Wat was de reden om niet meer onder een pseudoniem te schrijven? Mijn uitgevers wilden graag dat ik onder mijn eigen naam ging schrijven.
Wat is de Wereldboom precies? Daar kun je snel achter komen… Klik op www.dewereldboom.nl!
Vind u theater ook zo leuk? Ik vind theater fantastisch! Ik heb met mijn oudste zoon Bart jarenlang een eigen kindermusicalgroep gehad: Abracadabra. Ik schreef de tekst van de musicals en de liedjes, Bart componeerde de muziek. Elke week repeteerden we en we zorgden ervoor dat iedereen een mooie rol kreeg. Samen met alle kinderen bedachten we hoe alles eruit zou moeten zien en maakten we het decor. Superleuk!
Toneellezen of gewoon lezen? Allebei leuk!
Hoe kwam u op het idee van het boek ‘De heks van de Toffeestraat’? En wat leuk dat u hier zoveel verschillende onderwerpen in heeft verwerkt! Ik kwam op het idee omdat ik vroeger een heel oud overgrootmoedertje had met een scheef gezicht… Ze leek wel een beetje op een heks en ik was bang voor haar. Maar ze was superlief! Ze leeft allang niet meer, maar eigenlijk heb ik dit boek een beetje geschreven voor haar. En voor ons allemaal, zodat we onthouden dat we niet alleen maar naar de buitenkant van iemand moeten kijken. Heel veel mensen en kinderen hebben een prachtige binnenkant!
Welk boek van u zelf vindt u het leukst/mooist/grappigst? Mijn mooiste boek vind ik Een lied van Licht, mijn grappigste boek Het verschrikkelijke kookboek van tante Oep en mijn leukste boek vind ik De verboden Tuin van Toen. Maar hopelijk vinden jullie al mijn boeken wel een beetje leuk, mooi en grappig!
Op welk personage uit uw boeken lijkt u het meest? Ik heb van allemaal een beetje… Of hebben ze allemaal een beetje van mij?
Monique van der Zanden over lezen
Waarom is lezen zo belangrijk? Je krijgt een grote woordenschat en die helpt je om goed uit te drukken wat je voelt en denkt. Bovendien leef je je in in veel verschillende situaties en personen, waardoor je begrip voor anderen krijgt en voor dingen die anders zijn. En: het is leuk!!
Waar leest u het allerliefst? In bed!
Welke boeken las u vroeger zelf graag? De kleine kapitein (Paul Biegel), alles van Roald Dahl, Kruistocht in spijkerbroek (Thea Beckman), heel de Kameleon-serie en heel de Arendsoog-serie
De boekenplank van Monique van der Zanden: Welke boeken leest u nu zelf graag? Alles van Terry Pratchett, In de ban van de ring, de Kleine huis-serie van Laura Ingalls Wilder, historische detectives en historische romans
Is er nog iets anders dat u aan de lezers kwijt wilt? Hoe je er ook uitziet, wie je ook bent, wat je ook kan of niet kan, laat niemand je wijsmaken dat jij er niet toe doet! Dit zijn een paar van de laatste zinnen van Een lied van Licht:
“Als je je hart volgt, zul je iets prachtigs worden, iets wat niemand anders ooit kan zijn en wat al als een zaadje diep in jou zit. Je bent al mooi, en je kunt nog veel mooier worden.”
Dit geldt voor ieder van ons. Wij zijn allemaal een stukje van een grote puzzel:
Ieder van ons kan iets en samen kunnen we alles!